MAYUMBA
We gaan Gamba verlaten. Het is hier echt geweldig. Prachtige natuur, wederom lieve lokale mensen en alles eromheen is overweldigend! Bij de pont wachten we tot we aan de beurt zijn en het is een soort klein plaatsje, waar ook de vis wordt aangeleverd en mensen eten en drinken klaarmaken en aanbieden aan de mensen die op de pont staan te wachten.
Na de beruchte boottocht, trotseren we even later de beroemde oude brug en halverwege de route bij het plaatsje Panga slaan we eventjes af.
We komen bij een kamp, waar de chinezen hun huisjes hebben, die daar aan de weg werken. We vragen of we hier wat plaatjes mogen schieten en dat is geen probleem. Als we even bezig zijn komt er een chinees naar ons toe en geeft aan dat we met de auto verder kunnen rijden via een weggetje tot aan het strand. En het is prachtig ! Witte verlaten stranden prachtige golven, zandrotsen en lagune aan de andere kant.
Tijdens onze reis blijkt maar weer dat autorijden in Gabon een spannend iets is, want men rijdt hier als gekken. En waar wij borden ophangen met; let op je snelheid, laten ze hier verongelukte auto's en vrachtauto's gewoon langs de weg staan.
We arriveren in Mayumba en gaan een stukje varen. Als we bij een eilandje komen aan het begin van de ruige zee gaan we van boord. We komen terecht midden in een kolonie Schaarbekken en 4 soorten sterns, grote stern, koningsstern, douglas stern en reuze stern.
We ontmoeten hier een paar locale vissers en we worden door een van de visser mannen bij hem thuis uitgenodigd voor een drankje. We rijden erheen en komen ergens achteraf in een vissersdorpje terecht, een compound. Ik kan het niet goed uitleggen, maar ga het proberen. Vermoedelijk als je hier bij daglicht komt en weet wat je ziet en waar je loopt krijg je smetvrees. We lopen door zand, maar worden warm en lief verwelkomd door 2 gastvrouwen. We krijgen een plastic stoel en hun nemen plaats op een houten bankje. Het zijn vissers en de geur van vis, loslopende kippen en geiten en geen sanitaire voorzieningen, laat staan een plek om je vuil te storten, is bedwelmend aanwezig. Storten doen ze wel, want op het moment dat je je troep kwijt moet laat men het ter plekke vallen. Maar de warmte van de mensen en de verwelkoming maakt alles goed. Er wordt veel gepraat en gelachen en de fles met zelfgemaakte santa wanda (betekenis; the dick never goes down), een alcohol vloeistof met hout uit het oerwoud, in een fles, wordt in glaasjes gegoten, en men gooit dit in een keer achterover. De mannen blikken of blozen niet en zelfs een tweede glaasje verdwijnt in hun keelgat. Peter neemt één slok en voelt het branden van af zijn lippen tot in zijn maag. Daarna volgen de pullen 650ml bier en het gelach en gebral wordt alleen maar luider, ze praten en zingen en een gulle lach volgt. Heerlijk om je zo tussen de locals te bevinden.
De knutters vliegen rond je en maken je gek, ze bijten je maar het jeukt niet.
We nemen afscheid en volgens traditie geven we ze geld voor hun gastvrijheid en de kinderen en daardoor zijn we nu een deel van de familie.